De Kabalah is niet Joods van oorsprong. De Joden hebben de Kabalah gestolen en veranderd van de Egyptenaren. In feite is het woord "Kabalah" een bewerking van "KA BA ANKH."
Om de Egyptische oorsprong van de Kabalah verder te benadrukken, kunnen we het woord opsplitsen:
Volgens de Egyptische religie bestond wat wij de geest of ziel noemen uit drie afzonderlijke delen: de KA, de BA en de ANKH. Egyptologen karakteriseren de KA (voorgesteld door twee opgeheven armen) als de "vitale kracht" of "spirituele tweeling" van het individu. Farao's konden meerdere KA's hebben; gewone stervelingen slechts één. De "KA" is het etherische dubbel van iemands fysieke lichaam; de geest of het beeld van iemand in het huidige of onmiddellijk voorafgaande leven. De "BA" is de ziel. De ziel heeft geen relatie met het beeld van het lichaam, want zij reïncarneert van lichaam naar lichaam gedurende alle levens. De reden waarom de farao's, die zeer dicht bij de Goden stonden, meerdere kashba's konden hebben, kwam meer dan waarschijnlijk voort uit een vermogen tot gedaanteverwisseling tijdens astrale projectie. Dit vermogen is van de Goden.
De ANKH is de levenskracht; de aura, het "lichtlichaam".
De Hebreeuwse letters die veel occulte genootschappen gebruiken in hun ceremonies en dergelijke zijn nep, want Hebreeuws is zeker niet het oorspronkelijke schrift of de oorspronkelijke taal. Het wordt gebruikt voor controle.
Net zoals het bedrieglijke christendom de oorspronkelijke religies verving, is het hetzelfde met het Hebreeuws, alleen erger, want het christendom is een werktuig van de Joden. Door Joodse infiltratie (een goed voorbeeld is wat er met de Vrijmetselarij is gedaan) werden Hebreeuwse letters en mystiek opgedrongen aan occulte genootschappen. Dit is niet anders dan hoe het christendom aan de bevolking is opgedrongen. Dit is hun controle. Zij spelen beide zijden tegen elkaar uit. Aan de ene kant controleren zij de niet-Joden door hun programma van het christendom en aan de andere kant door hun infiltratie in occulte genootschappen. Met de occulte genootschappen beheersen zij het "heidendom" en het "satanisme". Elke partij erkent de andere als een aartsvijand. Dit is niets meer dan een afleiding en afleiding; niet-Jood tegen niet-Jood, terwijl de Joden toekijken en wachten tot wij onszelf vernietigen, zodat zij ongehinderd kunnen oprukken en de wereld voor zich opeisen. Al het bovenstaande staat bol van Hebreeuwse archetypen, symboliek, bedrieglijke godheden, taal, schrift en de gestolen, verdorven verdraaide "cultuur" waarvan zij zelf niets hebben. Zelfs atheïstische en "vrijdenkende" organisaties worden gecontroleerd door de Joden. Hier pushen zij de Joodse uitvinding van het communisme. Het communisme (waar spiritualiteit niet langer wordt erkend), is het uitgangspunt voor het christendom. Men krijgt een programma van leugens en corruptie opgedrongen en bereikt uiteindelijk een toestand waarin men alles wat spiritueel is in twijfel trekt en vervolgens ontkent. Omdat deze op Joden gebaseerde religies nep zijn en gebaseerd op totaal materialisme, gebeurt er weinig tot niets van spirituele aard.
De runische kabalah ging verloren. De runenkabalah is de sleutel tot het gebruik van de runen. De Druïden gebruikten de runen kabalah uitgebreid. Ze werden allemaal afgeslacht door de inquisitie en de straf voor het bezit of gebruik van runen was de dood. Alle spirituele kennis werd systematisch vernietigd en verwijderd.
De runen zijn gebaseerd op de constellaties en staan zeer dicht bij, zo niet het oorspronkelijke schrift, dat ons door de Goden is gegeven. De runen lijken in veel opzichten op de vormen van de oude spijkerschriftletters. De letterlijnen verbinden de planeten van de sterrenbeelden, elk in een specifieke vorm.
"YHVH" is beslist geen wezen, maar staat voor de vier elementen.
Ook dit werd gestolen en gejudafiseerd, zoals al het andere.
Het Joodse "yod heh vau heh" is niet nodig. Voor niet-Joden komt echte kracht van de runen, niet van Hebreeuwse letters. De Joden hebben de oorspronkelijke kabalah gecorrumpeerd, misbruikt en ontheiligd en als de hunne opgeëist. Niet-Joodse volkeren, zoals de Druïdische priesters die de kennis van de echte kaballah bezaten, werden wreedaardig doodgemarteld en afgeslacht.