De litanieën van Satan
door
Charles Baudelaire

O U, van de engelen de liefste, de meest wijze,
O God verraden door het lot, beroofd van lof,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

O Prins van de ballingschap, die werd onteigend,
Die altijd sterker wordt als hij onderdrukt wordt,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

O U die alles weet, de heerser van de hel,
Bekende genezer van de ellende van de mensheid,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood.

U die de melaatsen en paria's verdoemt...
Toon uit liefde het komende paradijs,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

U die in de dood, uw meesteres oud en sterk,
Hoop kweekt - heerlijke dwaling!

Satan, heb medelijden met mijn lange nood.

U die de vogelvrije de trotse blik geeft...
Die de menigte verdoemt die naar zijn lijden kijkt,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood.

U die weet waar de hebzuchtige aarde de edelstenen...
De kostbare stenen die een jaloerse God verborg,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood.

U, wiens helder oog de diepe kelders kent...
Waar vele metalen begraven liggen,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood.

U, wiens grote hand de afgrond verbergt...
Voor de slaapwandelaar die de daken lokt,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

U die bij toverslag de oude beenderen verzacht
van rondhangende dronkaards door vertrapte paarden,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

U, die de zwakke mensheid in pijn troost,
ons leerde onze geweren en geweerkatoen te maken,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood.

U, die uw merkteken plaatste, bekwaam medeplichtige,
op het hart van Croesus, hard en gemeen,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood.

U die in de harten en ogen van vrouwen...
De cultus van wonden, de liefde voor armoede..,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

Staf van de balling en ontdekker,
Belijder van veroordeelde samenzweerder,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

Vader van hen die in zijn sombere toorn
God verdreef uit zijn paradijs op aarde,

Satan, heb medelijden met mijn lange nood!

Gebed

U, O Satan, zij eer en lof,
In de hemel, eens uw koninkrijk, de afgrond
Van de hel, waar gij nu stil droomt.
Geef dat mijn ziel, op een dag, onder de boom...
Van Kennis, dicht bij U mag rusten, als het naarboven is,
Als een nieuwe tempel, zijn brede takken verspreid!


Terug naar Lofprijzingen